Ken je dat, dat je een talent bij iemand spot en denkt: dat wil ik ook kunnen! Dat was het geval bij iedereen op de werkvloer toen wij de illustraties van Sophie de Ruiter zagen. We waren dan ook dolblij dat zij ons team kwam versterken! Hoog tijd om eens wat meer te weten te komen over dit vak. Sophie vertelt je precies de ins & outs van illustreren!
De ingrediënten voor een illustratie
Als illustrator krijg ik vaak de vraag hoe ik nou precies te werk ga. Nou zal ik niet snel zeggen dat ik een echt stappenplan heb dat ik netjes afwerk. Maar heb ik wel een eigen manier van werken. Zo schets ik veel en gebruik ik altijd dezelfde materialen. En onder het nom van ‘illustreren kan je leren’ vertel ik hier hoe ik aan de slag ga!
Omdat ik vooral persoonlijke illustraties maak, werk ik vaak aan de hand van foto’s. Het leuke aan foto’s is dat je niet alleen een plaatje krijgt maar vaan ook een herinnering. Daarbij vraag ik ook altijd of men wil laten weten wat echt speciaal is voor hunzelf en wat ze graag terug willen zien in de illustratie. Hierbij kan je denken aan een favoriete tas waar heel lang voor is gespaard of een sieraad met een mooie herinnering. Met deze ingrediënten ga ik aan de slag met de schets.
Welke materialen worden gebruikt?
Ik werk niet op schetspapier, maar gelijk op het aquarel papier zelf. In mijn hoofd weet ik precies al wat ik wil gaan neerzetten. Maar negen van de tien keer wordt het uiteindelijk toch een ander plaatje. De illustraties schets ik met HB potloden. Ik zet veel lijnen over elkaar tot ik blij ben met het resultaat. Daarna zet ik de belangrijkste lijnen vast met een watervaste fineliner en gum ik de schetslijnen van potlood helemaal weg. Zo ontstaat er eigenlijk een soort kleurplaat voor mijn waterverf.
Het fijne aan waterverf is dat je elke kleur kan maken die je wilt, onbeperkt kan mengen en de kleur kan vervagen of juist weer feller kan maken. Daarom gebruik ik het ook voor mijn illustraties. Tijdens het schetsen bedenk ik al welke kleuren ik wil gaan gebruiken. Ik zet het op papier met penselen, die heb ik in verschillende maten. Hele dunne penseeltjes gebruik ik bijvoorbeeld voor het illustreren van haar. En voor grotere vlakken gebruik ik grotere penselen. Met de lichtste kleuren begin ik. Ik werk laag voor laag, soms ga ik ergens wel vijf keer overheen voordat ik het gewenste resultaat krijg. Zo bouw ik op naar steeds meer donkere kleuren. En eindig ik met het zetten van schaduwen.
Tot in de details
De verf droogt snel en ik ga daarom ook in een keer door met mijn fineliners. Deze gebruik ik in verschillende diktes. Als eerste ga ik alle lijnen die ik op het begin met fineliner heb gezet nog een keer overtrekken. Daarna begin ik met het toevoegen van de kleine details. Ik teken alle haren heel dun met een fineliner, zet de knoopjes op een jasje en illustreer de naden van een spijkerbroek. Als ik het gevoel heb dat ik alle details heb toegevoegd ga ik er nog een keer met mijn gum overheen om alle laatste vlekjes, schetslijnen en vingerafdrukken te verwijderen. Dan bekijk ik de illustratie nog een keer goed en eindig ik met mijn handtekening in de hoek. Want als je trots ben op je eigen werk mag je dat best een beetje laten zien, vind ik.
En dan komt het leukste moment, het opsturen van de illustratie naar de klant. En niks is een fijner gevoel dan iemand blij mogen maken met een persoonlijke illustratie. Ben jij nou zo geïnspireerd geraakt door dit verhaal dat je ook wilt gaan illustreren, de tip is: heel veel oefenen. Want illustreren kan je echt leren.
Ben je nou gewoon heel erg benieuwd naar de illustraties of wil je er zelf graag eentje? Bekijk dan alle illustraties van Sophie de Ruiter in de webshop.